Kerstboodschap

‘Mevrouw, kan ik u helpen?’ vraag ik.
Een klein oud vrouwtje reikt naar een kalender. De Bijenkorf heeft weer een ruim assortiment. Ik zoek een kunstkalender voor mijn tante. Ik twijfel tussen Van Gogh en Jeroen Bosch.
‘Graag,’ zegt ze. Ik geef haar de kalender. Ze komt dichter bij en zegt:
‘Ik ben 86 en ik ben zeven centimeter gekrompen, ik ben nog maar 1 meter 40.’
Ik kijk haar aan. Ze heeft nog een glad gezicht.
‘O jee,’ zeg ik, ‘hoe komt dat?’
‘Ze weten het niet, wat de oorzaak is. Kraakbeenverlies, de botten schuiven direct over elkaar. Ik heb altijd pijn.’
‘Dat is vervelend,’ zeg ik. ‘Gebruikt u daar iets voor?’
‘Ik slik acht paracetamols per dag.’ Ze knipoogt. ‘Met de morfine wou ik nog even wachten.’
Ze bekijkt haar kalender.
‘Hij is weer schitterend. Ikonen. Ik koop hem elk jaar voor m’n zus. Die zit in een verpleeghuis. Ze is 92. Bent u Rotterdamse? Ze zit in Hoppesteijn, waar vroeger de Koninginnekerk stond, in Crooswijk.’
Ik knik, heb een vaag vermoeden.
‘Heeft uw zus het goed daar?’ vraag ik.
‘Heel goed. Ze heeft twee grote kamers en een keukentje en het eten is prima.  Alleen de was hè, die doe ik elke week voor d’r.’
‘O, die wordt niet gedaan?’
‘Jawel, maar dan komt het er zo uit.’ Ze geeft met haar handen het formaat van een babytruitje aan.
‘En dan zegt ze ook nog, dat het sneller moet. Je bent zes jaar jonger dan ik, zegt ze en de wasmachine doet het werk. Maar ja, het is me soms gewoon te veel, ophangen, afhalen, strijken.’
Ze wijst op de ikonenkalender.
‘Elk jaar wil ze zo’n ding.’ Ze kijkt me aan.
‘Wij zijn katholiek van huis uit, maar zij is nog roomser dan de paus, m’n zus. Als ze op zondag naar de eucharistieviering kijkt op televisie, knielt ze als ze gaan bidden. Ze begrijpt ook niks van die nieuwe.’
Ze zoekt in haar tas naar haar portemonnee.
‘Kom, ik ga weer eens. Ik moet nog inzingen voor vanavond.’
‘O, u zingt? In een koor?’ vraag ik.
‘Ja, een koor van de kerk, hoor. Dat doe ik al jaren. Ik moet er helemaal voor naar Charlois en dan ben ik bekaf als ik terugkom. Maar het is zo heerlijk hè, samen zingen.’
Als ze bij de kassa staat, zwaait ze. Ze heeft lachrimpeltjes.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *