Onlangs las ik De wereld onder de duim* van Michel Serres, bedoeld voor iedereen die lesgeeft. Waar gaat dat allemaal naartoe, vraagt hij zich af in dit boekje, waarin hij de wereld van vandaag en gisteren schetst door de ogen van jongeren. Hoofdpersonage Klein Duimpinnetje is de mens van vandaag, opgegroeid met het internet.
Anders dan wij van de pre-internet generatie, heeft zij toegang tot alles wat in de wereld ooit geschreven, gezegd, beweerd of gezongen is.
Met enkele duimklikken neemt zij mobiel kennis van informatie die vroeger alleen beschikbaar was via bibliotheek, school en collegezaal, onder begeleiding van een docent.
De internetgeneratie lijkt geen leraar meer nodig te hebben die hen vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Zij zoekt alles zelf op. Michel Serres stelt de vraag welke pedagogiek we moeten hanteren in deze tijd, waarin kinderen eerder kunnen swipen dan schrijven.
Wat dragen we over? Kennis? Kennis is overal, verspreid over het internet. Overdracht gebeurt met een enkele muisklik.
Nieuwe technologieën vereisen een volledig andere pedagogiek dan in de tijd van het schrift en de boekdrukkunst. Michel Serres meent dat er dringend behoefte is aan een ingrijpende verandering in het onderwijs, die zich geleidelijk verbreidt over de hele ruimte van de mondiale samenleving, over alle instituties, van onderwijs tot gezondheidszorg, van justitie tot arbeid, van politiek tot bedrijfsleven.
Het is echter wel de vraag wie de richting bepaalt. Ik ontdekte de wereld via mijn ouders, mijn docenten, mijn mentoren. Zij toonden mij hun visie en ik volgde het pad. Op mijn manier, dat wel, maar de route was duidelijk. Kan het anders, kan het zonder docent? Hoe gaat deze generatie haar richting bepalen?
Michel Serres is daar wel gerust op. De algoritmes, gebaseerd op codes, zijn de richtlijnen van tegenwoordig, zegt hij. Maar wie bepalen hoe die eruit zien?
Dat doen wij samen, zegt Serres, omdat we in de toekomstige, vluchtige samenleving allemaal virtueel verbonden zullen zijn.
* Michel Serres, De wereld onder de duim. Lofzang op de internetgeneratie. Amsterdam, 2014, 113 bladzijden.