Wederkerend
‘Hoe ging het bij de auditie?’ ‘O, wel goed eigenlijk. Ik besef me nu opeens dat dit is wat ik echt wil.’ ‘Ik besef.’ ‘Dat zeg ik toch, besef?’ ‘Nee, je zei ‘ik besef me’. Dat ‘me’ hoort er niet bij.’ ‘O, sinds wanneer? Ik hoor het iedereen zeggen.’ ‘Jawel, maar dat is fout. Je haalt twee dingen door elkaar.’ ‘Huh, hoezo, wat dan?’ ‘Het is ‘ik besef’, zonder ‘me’ dus. Of je zegt ‘ik realiseer me’, met ‘me’…