Terwijl we steeds vaker horen dat we ons afval niet op de goede manier scheiden, verbaas ik mij vooral over de manier waarop we ons afval aanbieden.
Omdat ik regelmatig verkeer onder vrienden die hun afval moeten scheiden, valt me op welke politieke keuzes we maken. We gebruiken een diversiteit aan afvalbakken.
Zo tref je in tuinen bij mensen in gemeenten als Nijmegen en Krimpen felgekleurde kunststoffen containers op wielen aan voor gft, papier, plastic; elke soort in een aparte bak.
Voor het ophalen door de reinigingsdienst of door vrijwilligers, vaak buiten kantoortijden, gelden aparte dagen. Zet je bak langs de stoeprand en je inspanningen worden beloond: behalve een lege bak, rust in de tuin en in je hoofd krijg je ook het gevoel bij te dragen aan een duurzame samenleving.
Hoe het ook kan, zien we in de aandachtswijken in Rotterdam. Daar hoef je je afval niet te scheiden. Je kunt er weliswaar voor kiezen glas en papier naar speciale containers een paar straten verderop te brengen, maar doe je het niet, is het ook prima, even goeie vrienden, want in je grijze vuilniszak kun je het allemaal kwijt: plastic, papier, gft en glaswerk. Die zak gooi je in de restafvalcontainer in je buurt.
De Roteb leegt de container. Vaak gebeurt dat te laat. Dan is de container vol en moeten nog vele gezinnen hun afval kwijt voordat hij geleegd wordt. Volle vuilniszakken op het balkon of in de tuin bewaren tot de Roteb langs komt, is niet handig vanwege muizen en ratten. Daarom zetten de mensen hun vuilniszakken op straat, naast de volle container, in de hoop dat ze meegenomen worden als de bak geleegd wordt, hoge boete of niet.
Direct komen de meeuwen en de duiven om hun ding te doen. Ze scheuren de zakken open, zoeken naar iets eetbaars en pleuren alles wat ze niet lusten op straat.
Zo verandert de leefomgeving van de mensen in de aandachtswijken nog voordat ze de sleutel weer in de voordeur hebben gestoken in een vuilnisbelt.
Daar krijg je geen opgeruimd gevoel van. Geen schouderklopje. En ook geen gevoel bij te dragen aan de samenleving.
Kan het ook anders?