Het is literair gezien geen al te sterke roman, De Cirkel van Dave Eggers. Hier geen krachtige, goedgebouwde zinnen of treffende beeldspraken. Gebrek aan structuur ook: waar voor mij een volgend hoofdstuk begint, schrijft Eggers gewoon door en de enige typografische aanwijzingen voor een nieuwe passage zijn drie sterretjes, soms middenin, soms bovenaan de bladzijde. Op pagina 277 vermeldt hij opeens ‘Boek II’.
Toch blijf ik doorlezen, de (veelbe-)lovende kritieken en het verontrustende motto van John Steinbeck ‘Er kwam geen einde aan, er was geen grens aan de toekomst. En dan zal een mens zijn geluk niet meer op kunnen’ voeden mijn nieuwsgierigheid naar het verhaal. Al snel merk ik dat het boek zijn uitwerking niet mist. Terwijl ik weet dat overal ter wereld camera’s hangen om ons in de gaten te houden, betrapte ik me erop dat ik in het pashokje bij V&D speurde naar zo’n klein cameraatje: ‘alles wat gebeurt, moet openbaar zijn’, aldus De Drie Wijzen.
Het boek geeft een 1984-ervaring. De situatie die Orwell in 1948 schetste lag nog ver in de toekomst en ik herinner me, het zal aan het eind van de jaren zestig geweest zijn, dat ik me tijdens het lezen, hoewel ik weerstand voelde tegen het idee, wel een wereld vol met grote schermen kon voorstellen. Beangstigend, dat wel.
Dave Eggers schrijft over nu. Op dit moment zitten we al in de situatie waarin alles openbaar is en alles wat we op Facebook, LinkedIn en Twitter posten voor eeuwig (tegen ons) gebruikt kan worden. Ik kreeg regelmatig de neiging tegen Mae Holland, de hoofdpersoon, te zeggen: dat pik je toch niet! Maar zelf pik ik het al jaren.
Het contrast met de oude, niet digitale wereld is groot. Mae’s ouders, haar ex-vriend Mercer en de twee oude woonaakbewoners op het meer vertegenwoordigen een wereld waarin alleen de mens telt, niet wat er van hem gevonden wordt. Net als mijn oude buurman hebben ze geen computer, geen mobiele telefoon en zijn ze niet permanent in contact met woorden en pictogrammen. Ze halen nog altijd geld op het postkantoor en betalen zonder pinpas.
Rousseau noemde dit in de 18e eeuw ‘amour propre’: bezig zijn met wat anderen van je vinden, waardoor we er niet in slagen fatsoenlijke burgers te worden, omdat we het slachtoffer zouden worden van manipulatie en corruptie. Bij Dave Eggers lijkt dat goed te lukken. Op bladzijde 267 levert Mae zich volledig uit.
Ik wil mijn bonuskaart weggooien en in het vervolg contant betalen. Maar kan ik nog zonder email, sociale media en internetbankieren? Het is al te laat. De Cirkel is hier, dertig jaar na Orwell. Beangstigend, dat wel.
Bron: Dave Eggers, De Cirkel, Lebowski Publicers, Amsterdam, 2013.