De -n of niet

IMG_1409

‘Koffie?’
‘Ja, lekker. Wat ben je aan het doen?’
‘Ik schrijf een column voor de krant. Over vandalisme.’
‘Interessant. Maar eh…dat is niet goed hoor, wat je daar schrijft.’
‘Wat bedoel je?’
‘Die n achter vele. Dat klopt niet.’
‘O, wat is daar mis mee dan?’
‘Nou, je schrijft: De abri’s waren door de jongeren vernield. Velen werden later door de gemeente gesloopt. Dat klopt niet, hoor.’
‘Die n achter velen niet? In die zin is het toch zelfstandig gebruikt?’
‘Ja, dat wel, maar het zijn toch geen mensen?’
‘Die jongeren niet? Ja hoor. Tenminste, misschien niet als ze zich zo misdragen, maar toch.’
‘Die abri’s. Je hebt het over vele abri’s toch? Daar komt geen n achter in die tweede zin.’
‘Omdat het geen mensen zijn?’
‘Precies.’
‘Maar hoe zat dat dan ook al weer? Als je mensen zelfstandig gebruikt, krijg je wel een n?’
‘Ja. Als je bijvoorbeeld zegt ‘de meesten stemden op de PvdA’, dan gaat dat natuurlijk over mensen. Dan krijg je dus altijd een n.’
‘Aha.’
‘Alleen als het zelfstandig gebruikt is, hè. Als je zegt ‘de ZZP’ers stemden op de VVD en sommige stemden op de PvdA’, dan gebruik je weer geen n.’
‘Want?’
‘Dat komt omdat je de personen waarover het gaat al eerder genoemd hebt.’
‘De ZZP’ers?’
‘Exact.’
‘Nu ga je me zeker nog een paar uitzonderingen vertellen.’
‘Nou ja, uitzonderingen. Soms is een bijvoeglijk naamwoord zelfstandig gebruikt en dan schrijf je ook een n, als het over mensen gaat.’
‘Ja?’
‘Ja, bijvoorbeeld de jongeren. Dat is eigenlijk een bijvoeglijk naamwoord, maar nu wordt het zelfstandig gebruikt. Met n dus.’
‘Net als ouderen.’
‘Jep.’
‘Maar je hebt ook oudere jongeren. Dan is het weer zonder n. Die oudere dan.’
‘Dat oudere. Anders is het weer met een n.’
Hè, het is toch bijvoeglijk gebruikt?’
‘Ja, maar jij zei toch die oudere dan? Maar je bedoelt dat oudere dan. Toch?’
‘Jij nog koffie?’

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *