Dat moeilijke Nederlands

‘Ik snap echt helemaal niets van die spelling!’ Ze nam plaats aan het tafeltje tegenover mij en opende haar tas. ‘Dat begrijp ik,’ zei ik. ‘Werkwoordspelling is het lastigste onderdeel van de taal. Zelfs hoogopgeleide buitenlanders krijgen die met moeite onder de knie.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Je moet het me echt nog eens uitleggen, hoor, anders kan ik het examen wel schudden.’ Ze keek me aan. Haar schrift lag open. Haar pen lag klaar. ‘Wat maakt die werkwoordspelling…

Meer lezen …

Gelezen! Het verdriet!

Op de MMS viel ik al voor de literatuur van de Vlamingen Louis Paul Boon, Herman Teirlinck en Gerard Walschap. Van Hugo Claus las ik zijn roman ‘De Metsiers’ voor mijn literatuurlijst. Daarna volgden ‘De verwondering’ en zijn toneelstukken ‘Suiker’ en ‘Een bruid in de morgen’. Zijn magnum opus kocht ik in 1989, toen ik Nederlands studeerde aan de Hogeschool Rotterdam, destijds nog de Nutsacademie. Het plan om het boek op mijn lijst te zetten voor het tentamen Moderne Letterkunde…

Meer lezen …

Lekker lezen in Woesten

‘Dit boek moet je lezen,’ zei hij een vriend onlangs, ‘een verplichte literatuur voor enthousiaste Vlaanderenreizigers zoals jullie!’ Ik reserveerde het boek direct in de bibliotheek van Delfshaven. Eindelijk weer een Vlaamse roman, dacht ik. Daar was ik na het lezen van ‘De voorstad groeit’ en ‘Vergeten straat’ van Louis Paul Boon een beetje aan verslingerd geraakt, maar na het complete oeuvre van Claus had ik het na een tweede poging om vat te krijgen op zijn meesterwerk voor een…

Meer lezen …

Herfst

‘Weet je wat ik een van de mooiste woorden in de Nederlandse taal vind?’ ‘Wat dan?’ ‘Het woord herfst. Die bijzonder zachte klank, die vind ik mooi.’ Mijn vriendin met wie ik een koffietafelgesprek voer proeft het woord op haar tong. ‘Als je het woord herfst uitspreekt, begin je al met een zachte, onhoorbare klank, de h,’ begin ik, terwijl we wachten op de koffie met appeltaart. ‘In de taalkunde hoort de h bij de stemloze medeklinkers, dat zijn de…

Meer lezen …

De -n of niet

‘Koffie?’ ‘Ja, lekker. Wat ben je aan het doen?’ ‘Ik schrijf een column voor de krant. Over vandalisme.’ ‘Interessant. Maar eh…dat is niet goed hoor, wat je daar schrijft.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Die n achter vele. Dat klopt niet.’ ‘O, wat is daar mis mee dan?’ ‘Nou, je schrijft: De abri’s waren door de jongeren vernield. Velen werden later door de gemeente gesloopt. Dat klopt niet, hoor.’ ‘Die n achter velen niet? In die zin is het toch zelfstandig gebruikt?’…

Meer lezen …